Overdruk uit Sony-brochure 1981/1982:
Aspecten van de 'ideale toonarm'
Wanneer in de studio de originele master wordt gesneden, beweegt de snijkop zich in een perfecte rechte lijn in de richting van het midden van de plaat. De snijbeitel behoudt een positie van precies 90 graden ten opzichte van de groef gedurende het hele snijproces. Sedert jaren zijn technici het erover eens, dat voor de huiskamer de ideale aftasting zou bestaan uit een handhaven van de zelfde afspeelhoek als tijdens het snijden, dus met tangentiale aftasting. Want alleen dan kan hetzelfde volmaakte stereobeeld te voorschijn komen, als oorspronkelijk door de snijbeitel in de groep werd vastgelegd, en geschiedt de aftasting ook met minimale vervorming met name wanneer bijna aan de binnenkant van de plaat wordt afgetast, dus aan het einde van de groef.
Als tweede eis moet worden gesteld, dat de toonarm een solide en resonantievrije basis moet hebben, wil althans de arm niet meetrillen met het aftasten. Wanneer dat gebeurt, gaat met name de laagweergave achteruit en wordt vaag en ongedefinieerd. Alleen wanneer toonarm en basis een rigide geheel vormen, zal de volle en in de groef vastgelegde dynamiek weergegeven kunnen worden.
Jammer genoeg zijn de beide eisen in principe tegenstrijdig; tot nu toe was een toonarm met stevige basis altijd een arm met één draaipunt, maar als gevolg daarvan uiteraard ook een probleem van de fouthoek. De tangentiale arm vormde voor dit probleem een oplossing, maar kon niet zo'n zelfde solide basis hebben, als de arm met een draaipunt, omdat de tangentiale arm per definitie gemonteerd is op een bewegend platform, met alle mogelijke speling, trillingen en ook, zij het kleine, tangentiale afwijkingen van dien.
De tangentiale Biotracer toonarm
In SONY's PS-X800 worden voor het eerst de voordelen van tangentiale groefaftasting gecombineerd met de prestaties in het laag van de toonarm met één draaipunt. Hoewel bij de X800 de tangentiale arm ook op een platform is gemonteerd, zoals gebruikelijk, houdt op dit punt de vergelijking op, omdat bij deze tangentiale speler het Biotracer concept is toegepast. Door het hierin opgenomen 'motional feedback' systeem worden de bewegingen van de tangentiale arm voortdurend bewaakt en gecorrigeerd. Hierdoor verkrijgt de arm alle voordelen van de conventionele arm met enkel draaipunt zoals volledige en gedetaillleerde laagweergave, plus de voordelen van tangentiale aftasting als uiterst geringe vervorming en een beter en vaster stereobeeld. Met de Biotracer is de PS-X800 de eerste platenspeler, waarmee de plaatgroef kan worden afgetast, zoals deze gesneden werd. Het is dan ook niet verwonderlijk, dat deze combinatie resulteert in een onwaarschijnlijk perfecte weergave en het muzikale genoegen dat daaruit voortvloeit.
Precise aandrijving van de tangentiaalarm: 'uni-motion'
De Biotracer technologie biedt nog meer voordelen. Het is bekend dat tangentiale toonarmen op de één of andere manier moeten worden aangedreven, om onder de meest ideale hoek van 90 de plaatgroef te blijven aftasten. Die aandrijving moet worden gestuurd en dus worden er op basis van de zijdelingse bewegingen van de arm correcties in de sturing geschakeld, mechanisch of optisch. Met andere woorden, de conventionele tangentiale toonarm moet voortdurend worden bijgestuurd en heeft dan ook voortdurend te maken met een kleine fouthoek.
Omdat in het Biotracer systeem informatie over de armbeweging met hoge frequentie wordt doorgegeven aan het 'brein', wordt ook even vaak weer 'bijgestuurd' zodat uiteindelijk de zijdelingse sturing van de arm één vloeiend verloop heeft. Zo blijft de ideale afspeelhoek gehandhaafd en blijven bijvoorbeeld fase-verschillen tussen de kanalen tot een minimum beperkt. Een stabiel stereobeeld en zeer goede ruimtewerking zijn hiervan het resultaat.
De verticale toonarm-lagering, die in elk arm-concept van het grootste belang is, wordt in deze arm eveneens een schakel van uiterste precisie. Het lager wordt met extreem geringe toleranties gemaakt en vormt een waardig sluitstuk. De PS-X800 met Biotracer tangentiaal-arm vormt met z'n zeer lage vervorming, buitengewoon stereo-beeld en sterk verbeterde weergave, met name tegen het einde van de plaat (binnenste deel van de groef) een nieuwe maatstaf. Het belangrijkste daarbij is, dat in de Biotracer tangentiale toonarm eindelijk de voordelen van twee systemen zijn verenigd, nodig om tot een perfecte weergave te komen.
![]() D.m.v. 'uni-motion' blijft de optimale aftasthoek gehandhaafd. | Verschil tussen linker en rechter faze-karakteristieken (bij 3 kHz)
|